 |
 |
|
 |
 |
Around the World with Albaworld
Estoril, de Portugese Rivièra
De kust van Estoril, de Portugese Rivièra, telt tal
van fantastische stranden zoals bij Carcavelos, waar je heerlijk in de zon de dagelijkse sleur achter je kunt laten. In het westen beukt de Atlantische golfslag nooit aflatend op imposante kliffen. Het binnenland biedt in een van Portugals nationale parken
sprookjesachtige paleizen, villa’s en een klooster met de bijbehorende brok boeiende historie. Honderden restaurants serveren verse vis en zeevruchten in een afwisselend gemoedelijke, dan weer sjieke ambiance. Voor golfliefhebbers is Estoril helemaal een paradijs. Zeven topbanen, alle ontworpen door de beste architecten, bieden een breed scala aan spelmogelijkheden, tot op het hoogste internationale niveau. En dat alles in
een heerlijk klimaat, het hele jaar rond. Lang voordat de Portugese koninklijke familie besloot hun zomerresidentie in Cascais te bouwen was de streek rond Estoril
van belang voor de verdediging van Lissabon, vijfentwintig kilometer verderop. De kust telt dan ook tal van forten. Soms klein, maar ook kolossaal groot zoals in Cascais. Als rond 1800 de medische wereld besluit baden in zee als therapeutisch aan te bevelen, ontwikkelt Estoril zich in rap tempo tot een populaire bestemming voor de Europese high society. Vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog was het neutrale Portugal
de favoriete verblijfplaats voor afgezette vorsten, schrijvers en bankiers. Bovendien wemelde het er van Britse en Duitse spionnen. Een van hen Dušan Popov,
een Servische dubbelspion die voor zowel de Britse MI5 als de Duitse Abwehr werkte, was een inspiratiebron voor Ian Fleming bij het schrijven van zijn eerste James Bond avontuur, Casino Royale. Fleming zag hoe
de Serviër in het casino van Estoril een formidabel bedrag inzette om een rivaal aan de baccarattafel dwars te zitten.
UNESCO werelderfgoed
Het 930 ha grote gebied rond Sintra was het eerste cultuurlandschap dat de UNESCO in 1995 op de Werelderfgoedlijst zette. Op een half uurtje van Lissabon zorgen de granieten heuvels voor een uniek microklimaat. Eeuwenlang
was het een favoriete bestemming voor koningen en de rijken der aarde. Enthousiast bouwden zij er hun paliezen, omringt door exotische parken en bossen. Het erfgoed maakt tegenwoordig deel uit van het Sintra-Cascais Natuurpark. Ook de parken van Pena and Monserrate,
twee van de belangrijkste botanische tuinen van Portugal, liggen in het beschermde natuurgebied. Behalve de tuinen kregen ook de paleizen van Pena en Monserrate, het Moorse kasteel, het Capuchos klooster en Gravin Edla’s Chalet het UNESCO goedkeuringsstempel.
De monumentale architectuur maakt samen met de omringende natuur van Sintra een van Europa’s boeiendste streken. Het zal dan ook niet verbazen dat er jaarlijks meer dan een miljoen bezoekers op afkomen, de meesten uit de buitenland. www.parquesdesintra.pt
Een speelse Ferrari
We staan bij de Ferrari-vitrine in het Museu do Brinquedo, het Speelgoedmuseum, in Sintra. Het museum van João d’Arbués Moreira. Het is een perfect voorbeeld van een uit de hand gelopen hobby. João
was veertien toen hij begon speelgoed te verzamelen. Gekregen autootjes en zo. Maar ook oud speelgoed van zijn ouders en grootouders. Naarmate hij ouder werd, ging hij steeds strenger op de kwaliteit letten. En zich toenemend verdiepen in de geschiedenis van
zijn verzameling, waar het vandaan kwam, wie het had gemaakt. In 1975 gaf een vriend in Milaan hem de tip dat een antiquair daar een 1:8 schaalmodel van een Ferrari 500 F2 te koop had staat. João sprong meteen in het vliegtuig. Nu, bijna veertig jaar
later, vult zijn immense collectie drie etages van de verbouwde brandweerkazerne van Sintra. In 1987 schonk hij de 40.000 verschillende stukken speelgoed aan de stichting die naar hem is genoemd. Het is de grootste verzameling in zijn soort in Portugal. En
een topattractie in het UNESCO werelderfgoed stadje, Het ritje van een half uur vanuit Lissabon is het meer dan waard. De Ferrari is voor een speelgoedverzamelaar net zoiets als een Rembrandt voor een kunstliefhebber. Uiterst zeldzaam. Er is maar één
ander exemplaar in Portugal. Enzo Ferrari liet ze maken door speelgoedfabrikant Toschi. Hij gaf ze in die tijd als cadeautje aan iedereen die bij hem een Ferrari kocht. Als extra verrassing legde hij op het racestoeltje altijd een fles rode wijn. Uit zijn
eigen wijngaard. De prijs tegenwoordig van zo’n model? Zo rond de tienduizend euro. Zelf betaalde João er €2.500 voor. De 500 F2 was begin jaren vijftig hét paradepaardje van de fabriek in Modena. Zowel in 1952 als 1953 won Ferrari
er het wereldkampioenschap voor constructeurs mee. Een van de eerste F1-topcoureurs, Alberto Ascari, finishte die twee jaren in dertig van de drieëndertig races. Ook ging hij in negen opeenvolgende F1-races winnend in een 500 F2 over de finish, een record
dat nog steeds staat. www.museu-do-brinquedo.pt
Nationaal Paleis van Sintra
Hartje stad ligt in Sintra het Nationaal Paleis. De geschiedenis ervan gaat terug tot de Moorse bezetting van het Iberisch schiereiland, zo’n duizend jaar geleden. Nadat de eerste koning van Portugal, Afonso
Henriques, in 1147 Lissabon had veroverd was hij er als de kippen bij om het Moorse kasteel aan het koninklijk bezit toe te voegen. Diverse troonopvolgers gingen daarna aan de slag om het kasteel om te toveren naar zijn huidige vorm. De kleine binnenpleintjes,
fonteinen, boogramen en de geometrische patronen van de geglazuurde wandtegels verraadden alle de Moorse invloed op de vaklui die aan de verfraaiing van het paleis werkten. Van alle paleizen die de Portugese koningen in de middeleeuwen bouwden is dat van Sintra
het enige dat nagenoeg intact is gebleven. Nadat Lissabon zich had ontwikkeld tot het centrum van de macht werd Sintra voor het hof een populaire verblijfplaats in de zomermaanden. Het lag comfortabel dicht bij de hoofdstad, had een plezierig klimaat
en in de bossen rondom kon men naar hartelust jagen. Veel kamers zijn vernoemt naar de decoratieve elementen in plafonds en wandtegeltableaus, zoals de Ekster kamer, de Zeemeerminkamer en misschien wel de mooiste: de Hal met de Zwanen. Het paleis is echter
vooral bekend door zijn twee konische schoorstenen boven de kolossale keukens. Zij werden gaandeweg het handelsmerk van Sintra en inspireerden Eduardo Souto de Moura bij het ontwerpen van het Paula Rega Museum in Cascais. Het Nationaal Paleis
van Sintra kwam in 1910 op de lijst van Nationale Monumenten en maakt nu deel uit van het Culturele Landschap van Sintra, sinds 1995 op de UNESCO Werelderfgoedlijst. www.parquesdesintra.pt
Winkelen
Winkelen in Estoril en Cascais is een makkie. Zoals het iedere kosmopolitische badplaats betaamt vind je er een keur aan winkels en shopping centra, die alle het bekende productgamma in de aanbieding hebben. Een zo’n
centrum springt er uit, het Casa de Guia in Cascais, aan de weg naar Guincho. Dat specialiseert zich in design en woondecoratie. Het leukst is natuurlijk wat rond te zwerven en ongewone winkeltjes of producten te ontdekken. Zoals in Cascais op de zaterdagse
kunstnijverheidsmarkt in de Jardim Visconde da Luz. Justino Brito verkoopt er niet alleen zijn op de sierpatronen in de bestrating van Lissabon geënte tegeltjes, hij laat ook zien hoe hij ze al dertig jaar maakt met een siliconenrubberen gietvorm, epoxyhars,
een freesje en Oost-Indische inkt. Een origineler souvenir is nauwelijks denkbaar. Alhoewel. In de Rua Regimento 19 da Infantaria- dat soort straatnamen hebben we jammergenoeg niet in Nederland - kun je bij Mister Cork terecht voor allerlei zaken van het merk
Montado, gemaakt van kurk: tassen, hoeden en zelfs schoenen. Cortiça com arte zegt het etiket. Dat arte bestaat eruit dat op alles een flinterdun laagje kurk is geplakt. Bij buurman Eugenio Couto kun je terecht voor zo’n beetje iedere, denkbare
voetbalsjaal. Zo’n beetje alle Europese voetbalcompetities zijn vertegenwoordigd. ‘Meer dan vijf euro inkoop betaal ik niet, anders raak ik ze nooit kwijt’, zegt Eugenio lachend. www.casadaguia.com
Paula Rego's boeiende kunst in Cascais
Soms vind je op je omzwervingen plotseling een kunstenaar waarvan je nog nooit hebt gehoord. Een die buiten de gevestigde kunstwereld alleen in eigen land wereldberoemd is. Zoals de
Portugees-Britse schilderes Paula Figueiroa Rego. Ze werd geboren in Lissabon in 1936. Datzelfde jaar nog vertrekken haar ouders naar Engeland waar haar vader aan de slag gaat als ingenieur. De zorg voor hun dochtertje laten ze over aan oma. Tot haar vijftiende
jaar zit Paula op een anglicaans internaat in Carcavelos waar zij een streng religieuze opvoeding krijgt. Haar overtuiging dat de duivel echt bestaat, drukt later een vaak sinister, magisch realistisch stempel op haar werk. In1951 vertrekt ze naar Engeland voor haar kunstopleiding. Daarna pendelt ze met haar man regelmatig op en neer naar Portugal. Ze wordt uiteindelijk Brits onderdaan en krijgt eredoctoraten aan de universiteiten van
Lissabon en Cambridge. Haar vroege werk bestaat vooral uit collages met politiek gekleurde thema's die zich richten tegen het dictatoriale regime van dictator Salazar. Na 1966 switcht ze naar verf. Haar magisch-realistische onderwerpen zijn groteske situaties gebaseerd op familieleed en de dominante rol van de vrouw. Haar schilderijen lijken eenvoudig,
maar hebben vaak een sterk seksuele ondertoon. De laatste twintig jaar werkt zij in pastel met de vrouw en haar rol in de samenleving als thema. In Cascais staat sinds 2008 het
Paula Rego-museum van de Portugese architect Eduardo Souto de Moura, ontworpen in opdracht van de kunstenares. Hij schiep een prachtig museum dat Paula's artistieke visie uitdraagt en tegelijkertijd terugkijkt op Portugals geschiedenis en cultuur. 'Ik had het geluk dat ik de bouwplaats zelf mocht kiezen. Het was een stuk bos met een open plek in het midden, hartje Cascais', aldus Souto de Moura. Het is een museum dat je echt niet mag missen. De toegang is gratis. Casa das Histórias Paula Rega, Av. República, 300,
2750-475 Cascais www.casadashidtoriaspaularego.com
Genieten in De vijf zinnen
Inês Oliveira geeft een gouden tip. ‘Ga in Cascais eens in 5 Sentidos eten. Het is makkelijk te vinden, achter het parkje op het Largo de Assunção, tegenover
de kerk.’ Vriendelijk wuivend stapt een bronzen Johannes Paulus II door het park. Hij kan tevreden zijn. De avondmis in de Assunção-kerk vlak achter hem zit stampvol. Buiten is het een nogal onooglijk gebouw, het gebarsten geluid van de
kerkklok past er goed bij. Binnen straalt echter overvloedig het bladgoud. 5 Sentidos zit op nummer 6 in het Casa do Largo, een oude dokterswoning waarin tot een jaar of vijf geleden
een nogal onderkomen bar zat. Eigenaresse Isabel Pinheiro stuurt er nu een vriendelijke bediening en prima keuken aan. 'Ik heb jaren in de reclamewereld gezeten. Werkte in Parijs en Londen bij grote bureaus als JWT en Publicis. Op een gegeven moment had ik
dat wereldje wel gezien. Toen het café Casa do Largo te koop kwam heb ik geen moment getwijfeld en ben mijn eigen restaurant begonnen', vertelt zij. 5 Sentidos blijkt een
prima restaurant met een gevarieerde, vriendelijk geprijsde menukaart. Jazzy muziek creëert een ontspannen sfeertje. We genieten van voorgerechten als Salmão fumado met rucola en kaas uit Agore en een grandioos lekkere spinazie/champignon schotel.
Ook de hoofdgerechten smaken uit de kunst: Polvo assado no forno com batata assada (gebakken octopus uit de oven) en Filete de dourada grehhado met een heerlijke garnalenboter.
Lachend schrijft Isabel het recept van de champignons op zodat we het zelf thuis kunnen maken. Sauteer wat uien en knoflook in olijfolie. Kook de spinazie en
voeg daaraan wat Bechamelsaus en kipbouillon toe. Verwijder de stelen van de champignons en vul ze met de spinazie. Bedek de bodem van een vuurvaste schaal met Bechamelsaus en leg er de champignons in. Bedek alles met geraspte harde mozzarella en wat oregano.
Gratineer de schotel gedurende 15 minuten in de oven op 200 graden. www.5entidoscasadolargo.com
Het Paleis van Monserrate
De AA, de Britse ANWB, gaf jaren geleden een vuistdik boek uit met de honderden follies waar het land van John Bull mee bezaaid lijkt. Deze ‘nutteloze’ bouwwerken stammen bijna
alle uit de negentiende eeuw en moesten de parkachtige tuinen van de Britse upper classes wat opvrolijken. Als het even kon versierden zij ook hun bezittingen in het buitenland met allerlei tierelantijnige bouwsels. In 1793 huurde de Engelsman, William Beckford,
in zijn jeugd de rijkste jongeman van Engeland, het na de aardbeving van 1755 volledig vervallen en daarna gedeeltelijk herstelde paleis en begon met de aanleg van de indrukwekkende landschapstuin. Na hem pakte de steenrijke textielbaron Francis Cook het nog grootser aan. Zo’n beetje het hele paleis ging in de steigers. Roze marmeren kolommen, albasten balustrades, decoratief verguld stucwerk, een bibliotheek van walnoothout,
architect James T. Knowles kon er geen genoeg van krijgen en creëerde een joekel van een folie vol gotische, indiase en moorse trekjes. En dat op de plek waar in 1540 priester Gaspar Preto na zijn bedevaart naar de benedictijner abdij van Monserrat in
Catalonië een eenvoudige kapel bouwde ter ere van OLV van Monserrat. Kosten nog moeite spaarde Cook om van over de hele wereld bomen en planten aan te voeren om zijn romantische
landschapstuin in te richten. Monserrate is tegenwoordig een must voor tuinliefhebbers met zijn rozentuin, Chinese cypressen en ginkgo’s en Norfolk dennen. Het heetste en droogste deel van de tuin is gereserveerd voor de Mexicaanse tuin met tal van palmbomen,
agaves en yucca’s. www.parquesdesintra.pt
Azenhas do Mar
Het visrestaurant van João Pedro Cunha en Ana Santana lijkt in Azenhas do Mar wel tegen de voet van de rotswand geplakt. Vlak ervoor vult de oceaan bij hoogwater het door een lange,
gebogen damwand gevormde zwembad. Jonge knapen showen hun lef door zich door de hoge golven het bad in te laten spoelen. Het oeroude vissersdorp stamt nog uit de tijd van de Moren. Azenha is het Arabische woord voor watermolen. Als voorgerecht staan percebes, eendenmossels, op de kaart. Buitenaardse, groenachtige wezens, die lijken op afgerukte vingers van ET, omschreef iemand ze eens. Het geloof, dat eendenmossels eieren van brandganzen zijn
en aan bomen groeien, kent u wellicht. Men wist toen nog niet dat vogels migreren. In Europa was nog nooit een broedende brandgans gezien. Logisch, dat doen ze ’s zomers op Spitsbergen, Groenland en IJsland. Eendenmossels hechten zich graag aan ronddrijvend
hout. Dat is ergens uit een boom gevallen, was de zeventiende-eeuwse conclusie. Trouwens, ganzenmossel zou een logischer naam zijn. De Britten noemen ze dan ook goose barnacles. Een hulpvaardige ober doet voor hoe je deze delicatesse eet. Even buigen en lostrekken.
Het smaakt prima, beetje kreeftachtig, lekker zilt. Maar wat gebeurt er voor ze op je bordje liggen? Gastheer João Pedro Cunha is in zijn vrije tijd een percebeiro.
Gekleed in duikerspak zakt hij aan touwen af naar de voet van de klif. Daar hakt hij bij de laagwaterlijn in de Atlantische branding met zware beitels de eendenmossels los. ‘Het is niet gevaarlijk als je weet wat je doet. Het zijn vaak de beginnelingen
die er alleen op uit gaan die verongelukken. Toch altijd wel een paar per jaar’, vertelt hij. Per tocht bikt een persebeiro zo’n tien tot vijftien kilo los. Met de huidige prijs van vijf euro per kilo is het echter nauwelijks nog het risico waard.
De financiële crisis heeft de markt voor hen kapot gemaakt. De namen op een Portugese menukaart klinken als een welluidende fado. Terwijl we genieten van de polvo assado
no carvão, op houtskool gebraden inktvis, met batatinhas assadas, geroosterde aardappels en een limbinhos de porco preto, een gegrilde zwartvarkenshaas zakt de zon in een vuurrode gloed langzaam weg aan de horizon. De oceaan breekt luidruchtig op de
rotsen. Een romantischer dineetje kun je je nauwelijks voorstellen. www.azenhasdomar.com
1001 nacht
De folders noemen hem een creatief genie maar de meningen over de grote suikertaart die Ferdinand II van Saxe-Coburg, echtgenoot van koningin Maria II, hoog boven Sintra bouwde, zijn verdeeld. In het
algemeen wordt Pena Park en Paleis beschouwd als Portugals belangrijkste voorbeeld van negentiende-eeuwse Romantiek. Voor het grote publiek is het ongetwijfeld het belangrijkste monument van het Sintra-werelderfgoed. Ferdinand, een neef van de eerste Belgische koning, Albert I, ging in 1839 aan de slag op de plek waar ooit een klooster stond van de heremieten van Sint Jeroen. In zijn droompaleis verwerkte er allerlei elementen uit de tijd van de
Moren en koning Manuel I. Die geven het geheel ontegenzeglijk een nogal Duizend en een Nacht sprookjeseffect. De componist Richard Strauss was er zo door gegrepen dat hij er de koning Arthur
en Parzival legende bij sleepte. ‘Vandaar is de gelukkigste dag in mij leven. Dit is het mooiste dat ik ooit heb gezien. Dit is de ware Tuin van Klingsor (een karakter in de Arthurlegende) en daar, hoog boven, torent het kasteel van de Heilige Graal.’
Je kunt je geen groter contrast met de suikertaartstijl van Pena voorstellen dan Ferdinands collectie van gebrandschilderd glas. De prachtige 15e en 16e eeuwse panelen in
de Edelhert-zaal zijn een lust voor het oog. Rond zijn paleis legde Ferdinand een 85 ha groot park aan waarvoor hij van over de hele wereld, maar vooral uit Noord-Amerika, Azië
en Nieuw-Zeeland, bomen en planten liet aanvoeren: beuken en sequoias, thuja’s en pohutukawa’s, magnolia’s, rhododendrons and camellia’s. Het is tegenwoordig het belangrijkste arboretum van Portugal. Kronkelpaden leiden naar diverse uitkijkpunten en andere attracties met welluidende namen: het Cruz Alta, de Alto de Santo António, de Alto de Santa Catarina, de Grot van de Heremiet, de Passarinhos fontein en de Vallei van de Meren.
www.parquesdesintra.pt
Koning Philips II was er gek op
Weggestopt in een dicht bos ligt hoog boven Sintra het franciscaner Capuchos
klooster. Toen een adviseur van koning Sebastião het in 1560 stichtte gaf hij het de naam Convento de Santa Cruz da Serra de Sintra. Het uiterst sobere gebouw is uniek
door het overvloedig gebruik van kurk op alle mogelijke en onmogelijke plaatsen. Raamluiken, plafonds, hele muren, zo’n beetje alles is met kurk bedekt. Een liberale regering
schafte in 1834 alle kloosterorden af waarna de monniken wegtrokken en er diverse eigenaren volgden, onder andere de steenrijke Engelsman Francis Cook, bouwer van het Monserate paleis wat verderop. Dat laatste contrasteert sterk met de ingetogen, harmonieuze
bouwstijl van het klooster, die gebaseerd is op de omringende natuur. Zelfs de hier overal rondslingeren enorme blokken graniet zijn erin verwerkt. De ook in Nederland bekend, of zo u wilt beruchte, koning Philips II, zou na een bezoek in 1581 hebben gezegd: ‘In mijn koninkrijk zijn er twee plaatsen die mij het liefst zijn, het Escorial voor zijn rijkdom en Santa Cruz voor zijn armoede.’
In de loop der eeuwen zijn de heuvels rond Sintra flink ontbost. De broeders van Capuchos wisten dit rond hun klooster te voorkomen. Aan hun inspanningen danken we nu een soort
oerbos met overwegend eiken. De mediterrane maquis zorgt dat een groene mantel van varens, mossen en klimplanten het klooster omhult. www.parquesdesintra.pt
Tee off op Oitavos Dunes
Cabo da Roca is het meest westelijke puntje van het Europese vasteland. Oitavos Dunes ligt nagenoeg op dezelfde lengtegraad en lijkt daarmee de meest westelijke golfbaan in Europa. Jammer voor de Portugezen, maar ze verliezen
die strijd met een kilometer of zestig nipt van de Ceann Sibeal Golf Club in het Ierse Ballyferriter op het Dingle-schiereiland, County Kerry. Oitavos Dunes blijft wel de meest westelijke golfbaan van het Europese vasteland. Carlos Montez Champalimaud
was een man met visie. In 1920 zag hij het potentieel van het woeste, onbewoonde natuurgebied langs de kust bij Cascais en begon met de ontwikkeling van het tegenwoordige Quinta da Marinha. Kleinzoon Miguel gaf architect Arthur Hills in 2oo1 opdracht een state-of-the-art
golfbaan aan te leggen op zijn Quinta da Marinha Original. Oitavos Dunes behoort met zijn 6303 meter lange, 18-hole par 71 baan nu tot de absolute Europese top. De eerste negen holes, par 36, 3165 meter lang, leiden als een ware linksbaan door de duinen langs
sierlijke parasoldennen naar het noorden. Elke hole biedt een ander uitzicht op de Atlantische Oceaan, in alle gevallen met Cabo da Roca fier aan de horizon. De heersende noordenwind maakt elke afslag tot een waar avontuur. Op de terugweg (par 35, 3138 meter)
zorgt de rugwind dat u het een stuk makkelijker hebt. Twee van de beste par 3’s ter wereld, de holes 14 en 15, kunnen de hoop een goede score te maken aardig de grond in boren. Na een dag golfen in de frisse Atlantische oceaanlucht is het goed
toeven in het smaakvolle The Oitavos, het superhotel met 142 kamers, twee verwarmde zwembaden, twee restaurants en bars en een spa. De buitengevel is een en al glas. Binnen resulteert dat in het fraai vormgegeven interieur in licht, licht en nog eens licht.
En wilt u het eens supersjiek doen, huur dan à raison van € 2500 per nacht het appartement met 180° uitzicht op de oceaan. Het is een wonder van vernuft hoe deze oude militaire uitkijkpost hoog op een duin is omgetoverd in een van de mooiste
hotelkamers van Europa. Www.oitavosdunes.com
|
|
 |
|
|
|