The Hay Wain
De Fen-brug brengt ons naar de rechteroever. Het is een replica van het bruggetje waarover de jonge John dagelijks naar de gerenommeerde
Grammar School in Dedham liep. Na de ondergang van de lakenindustrie weet het wolstadje in de zestiende eeuw te overleven door een aantal hoogwaardige onderwijsinstellingen aan te trekken.
Even over het boogbruggetje bij Bridge Cottage en we staan weer op de linkeroever.
Het boerenhuisje herbergt een kleine Constable-tentoonstelling van de National Trust. Ernaast ligt het droogdok dat hij in 1815 met een platbodem in aanbouw vastlegde.
Het beroemdste schilderij, de Hay Wain, schilderde hij wat verderop, pal naast de graanwatermolen van zijn vader.
Het toont een hooiwagen die bijna tot zijn assen in het water staat. Gidsen houden reproducties omhoog om te laten zien dat het huis van buurman Willy Lott er nog net zo bij staat als tweehonderd jaar geleden.
Voor het forse doek van 130 x 185 cm meldt zich op de tentoonstelling van de Royal Academy in 1821 geen enkele koper. Drie jaar later is het een sensatie
op de Salon in Parijs en gaat het grif van de hand. Het hangt nu in de National Gallery in Londen. In BBC’s The Greatest Painting in Britain Vote komt het, na
Turners The Fighting Temeraire, op de tweede plaats.
Door de uiterwaarden wandelen we terug naar Dedham. Daar ligt op het kerkhof van St Mary’s
een andere beroemde Britse schilder begraven. Tom Keating, een arme huisschilder, wilde aantonen dat de kunsthandel verrot was en schilderde in de jaren zestig naar eigen zeggen tweeduizend werken ‘in de stijl van’ en verkocht die als echt. Ook
wat Constables. In 1977 valt hij door de mand. Tegenwoordig is zijn kunst zeer gezocht.