Around the world with Albaworld

L’Écosse en Cher

Op weg naar Bourges rijden er voor me twee auto’s met een Schots kenteken. Het petieterige GB-plaatje van de veerboot zinkt in het niet bij de forse stickers met ECOSSE. Al jaren is dat dé landaanduiding voor vakantievierende Schotten. Want die hebben iets met Frankrijk. Kampeerders in Edinburgh kopen hun tent bij Camping Ecosse. Dat ‘iets’ is een stokoud verdrag, de Auld Alliance.

De auto’s zijn vast op weg zijn naar Aubigny-sur-Nère. bij het binnenrijden van dit pittoreske stadje, halverwege Orléans en Bourges kun je de smeedijzeren doedelzakspeler niet missen. Cité des Stuarts vermeldt een spandoek wat verderop. Houten poppen in kleurige kilts fleuren het straatbeeld op. Twee vechten zelfs een tug ‘o war uit. In de souvenirwinkeltjes liggen zo lijkt het meer Schotse vlaggen dan in Edinburghs Royal Mile. Voor iemand die jarenlang in Schotland heeft gewoond, in de buurt van Aberdeen, de stad met Bon Accord in zijn stadswapen, gaan dan alle bellen rinkelen. Stad van de Stewarts? In Frankrijk?

Oudste verbond

Een beetje graafwerk levert de Auld Alliance op. Het verbond dat de Schotse koning John Balliol in 1295 tekende met Filips de Schone. Het document is waarschijnlijk het oudste verbond in Europa. Bedoeld om samen de Engelse expansiedrift te beteugelen. Beide landen hadden daar namelijk flink last van. De onderlinge liefde ging zelfs zo ver dat Lodewijk de Twaalfde in 1513 de Franse nationaliteit schonk 'a toute la nation d'Ecosse'. En bijna vijftig jaar later maakte Mary Queen of Scots op haar trouwdag met de Dauphin, de Franse kroonprins, eenzelfde gebaar naar haar Franse bondgenoten. Allerlei wetten hebben sindsdien de dubbele nationaliteit naar de achtergrond verdrongen. Formeel is de Auld Alliance in beide landen echter nooit herroepen. Dus iedere Fransman is ook een Schot. Een ideetje voor de Schotten na de Brexit?

Honderdjarige Oorlog

De Schotse wortels van Aubigny-sur-Nère gaan terug tot de Honderdjarige Oorlog. Naar het jaar 1419 om precies te zijn, vier jaar na de verpletterende nederlaag van de Franse cavalerie bij Azincourt. Half Frankrijk is door de Engelsen bezet. Het verdeelde land dreigt onder de Engelse druk te bezwijken.

Vijftienduizend Schotten beantwoorden vanaf 1419 de roep om hulp van de Dauphin, de latere koning Karel VII. Hij was naar Bourges gevlucht, vandaar zijn bijnaam Le petit roi de Bourges. Onder het vaandel van de Auld Alliance landen de Schotten, geleid door Sir John Stuart of Darnley, op de Franse kust en schieten de Fransen te hulp. Die zitten bij Bourges als ratten in de val. In de beslissende slag bij Baugé worden de meeste Engelsen een kopje kleiner gemaakt. Als dank schenkt koning Karel in 1423 Sir John de seigneurie van Aubigny-sur-Nère. Ook mag hij de fleur-de-lis, de Franse lelie, op zijn wapenschild schilderen.

Wat jaren later vormen de Schotse huurlingen ook de kern van het leger van Jeanne d’Arc bij het ontzet van Orléans, de enige stad in het noorden die Karel is trouw gebleven. Bisschop John Carmichael, ook een Schot, is de eerste om haar te verwelkomen.

Met duizenden zijn de Schotten in deze oorlog omgekomen. Ook Sir John. Na verschillende veldslagen sneuvelt hij samen met zijn broer bij de verdediging van Orleans. Koning Karel geeft opdracht zijn bondgenoot te begraven in het koor van de kathedraal. Wat rest van Sir Johns leger wordt in 1475 samengevoegd tot de Garde Écossaise. Het blijft tot aan de Franse revolutie de belangrijkste eenheid in de koninklijke lijfwacht van de Bourbons.

Louise de Kerouaille

Château des Stuarts

Na de oorlog besturen de nazaten van Sir John onopvallend hun bezittingen in hartje Frankrijk. Een grote brand legt het stadje in 1512 grotendeels in de as. De Stuarts, zoals ze hier nu heten, herbouwen het in een typische vakwerkstijl. Zo’n tweehonderd huizen hebben de tand des tijds goed doorstaan.

In de zeventiende eeuw komt de Seigneurie van Aubigny in het bezit van de Bretonse Louise de Kerouaille, hertogin van Portsmouth, maîtresse van de Engelse koning Karel II. Volgende generaties hebben beduidend minder belangstelling voor hun Franse bezittingen. Uiteindelijk komt de seigneurie in 1812 weer in Franse handen.

Quatorze Juillet

Het Château des Stuarts met het veelkleurige familiewapen op de gevel heeft tegenwoordig een dubbele functie. Het is gemeentehuis én museum. Het Auld Alliance Museum vertelt uitvoerig over dit bijzondere hoofdstuk in de Europese geschiedenis Het biedt ook onderdak aan de Association des Fêtes Franco-Ecossaises die jaarlijkse rond Quatorze Juillet een meerdaags festijn organiseert met doedelzakken, Schotse gerechten, veel whisky en, hoe kan het anders in Frankrijk, een spetterende son et lumière.

Nieuwe reacties

13.08 | 09:49

Goh, Els. Het was weer een genot om te lezen en te bekijken.

31.05 | 10:22

Flamenco: Pasado y Presente: Wat een prachtig virtuoos gitaarspel.

28.02 | 16:13

Proficiat op naar het milijoen

28.02 | 14:53

Proficiat! Op naar het miljoen!